Kiezen voor een nieuwe vloer

Kiezen voor een nieuwe vloer

Een cementdekvloer is een vloer die wordt aangebracht op een onderliggende dragende vloer. Cementdekvloeren, worden ook wel zandcementvloer of smeervloer genoemd. Een cementdekvloer wordt nagenoeg in elk Europees gebouw toegepast, omdat de dragende vloer, vaak niet geschikt is om direct een tapijt of ander vloerbedekking over heen te leggen. Er kan een verschil gemaakt worden tussen hechtende en niet-hechtende, oftewel een zwevende cementdekvloer. Bij een hechtende vloer, wordt de vloer rechtstreeks op de dragende vloer aangebracht. Bij een zwevende vloer, worden eerst isolatieplaten en/of folie over de dragende vloer gelegd, waarna daarop de cementdekvloer gestort kan worden. Voordeel hiervan is, dat de cementdekvloer los staat van de dragende vloer en geen last heeft van krimp of uitzetting van de dragende vloer. Dit wil nogal eens voorkomen bij temperatuurschommelingen.

Historie van cementdekvloeren

Al reeds in de Romeinse tijd werden er cementdekvloeren gelegd. De vloerbedekking van die tijd bestond voornamelijk uit tegels, marmer of mozaïek. Het was dus van belang dat de ondervloer strak en glad was, om deze vloerbedekking te leggen. De toen gebruikte dekvloeren, bestonden uit terracotta en kalk.

Hoe werkt het aanleggen van een cementdekvloer?

Aangezien op een cementdekvloer rechtstreeks het tapijt of ander vloerbedekking gelegd gaat worden, is het aanleggen van een cementdekvloer een secuur klusje. Eerst wordt de dragende vloer schoon en stofvrij gemaakt. Als het een hechtende vloer betreft, wordt de ondervloer eerst natgespoten en soms wordt er nog een hechtingsmiddel aangebracht. Bij zwevende vloeren worden er isolatieplaten gelegd over de dragende vloer, met daarover eventueel folie. De specie voor de cementdekvloer kan dan gemaakt worden. Deze bestaat uit zand en cement in een bepaalde verhouding. Om het smeuïg te maken komt er nog water bij. Als de specie over de vloer gestort is, trekt men een aluminium profiel zigzaggend over de vloer, zodat de specie vlak verdeeld gaat worden. Met een houten spaan gaat men de vloer daarna schuren. Eventuele beschadigingen en kuiltjes worden gevuld. De nabehandeling bestaat uit het secuur leggen van folie over de pas gelegde vloer. De dikte van een cementdekvloer moet minimaal 3 centimeter bedragen, maar 5 of 6 centimeter is toch wel aan te raden. Het is mogelijk om in de cementdekvloer ook vloerverwarming te leggen. Deze kan pas geleidelijk in werking gesteld worden, als de vloer echt goed droog is, om eventuele krimp en scheuren te voorkomen. Ook in bestaande dekvloeren, is het mogelijk om door middel van sleuven te frezen, een vloerverwarming aan te leggen.

Alternatief

In plaats van een cementdekvloer, is het ook mogelijk om een anhydriet gietvloer te leggen. Belangrijkste verschil is dat een anhydriet vloer niet gesmeerd wordt, maar gegoten. De samenstelling bestaat dan niet uit cement en zand, maar uit gips en zand. Hierover kan men dan een pleistervloer leggen, wat een harde toplaag wordt en waarover niet perse een andere vloerbedekking gelegd hoeft te worden. Deze vloeren zijn zeer populair in bijvoorbeeld bedrijfsruimtes en gymzalen.

 

Back to Top