4 tips voor het branden van je geurkaars

4 tips voor het branden van je geurkaars

In de herfst en winter is het heerlijk om geurkaarsen in huis te hebben. Deze geven namelijk echt een gezellige sfeer in je interieur en een bijkomend voordeel is dat je huis ook nog eens heerlijk ruikt. Helaas zijn geurkaarsen vaak niet erg goedkoop, dus is het belangrijk dat je er zuinig mee omgaat. In dit artikel lees je een aantal tips over hoe je op de juiste manier met je geurkaars omgaat, zodat je deze herfst en winter er knus en gezellig bij zit! 

 

Tip 1: Voorkom ’tunnels’ in je kaars

Heb je net een nieuwe geurkaars gekocht? Dan is het belangrijk om de bovenlaag van het kaarsvet volledig te laten smelten wanneer je de kaars voor het eerst aansteekt. Doe je dit niet, dan zal er een zogenoemde ’tunnel’ ontstaan: de gehele buitenste laag die aan de zijde van het glas zit, zal dan niet meer meesmelten wanneer je de kaars de volgende keer weer aansteekt. Dit is natuurlijk erg zonde, want zo brandt niet al het kaarsvet op en kun je dus niet optimaal genieten van de kaars! 

 

Tip 2: Bewaar geurkaarsen op de juiste manier

Het kaarsvet en de parfum-oliën die in een geurkaars zitten zijn gevoelig voor licht en warmte. Het is daarom belangrijk om de kaarsen op de juiste manier te bewaren wanneer je ze niet aansteekt. Je kunt geurkaarsen het beste bewaren op een koele droge plek, zonder dat direct zonlicht of ander fel licht erop schijnt. Een kast met massief gesloten deuren of een stevige doos is bijvoorbeeld erg geschikt als opslagplek. 

 

Tip 3: Veiligheid boven alles

Als je kaarsen brandt, is het altijd belangrijk om een aantal veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Zo moet je de kaars natuurlijk nooit laten branden wanneer je niet in de buurt bent. Ook moet je een brandende kaars buiten bereik van huisdieren en kinderen houden. Het is verder niet verstandig om een kaars te branden vlakbij licht ontvlambare stoffen of de kaars op een oppervlak neer te zetten dat niet hittebestendig is. Tenslotte kun je de kaars het beste niet meer aansteken als er nog maar heel weinig kaarsvet over is (minder dan 1,5 centimeter). Doe je dit toch, dan loop je kans dat het glas en de onderkant van de kaars te warm wordt, waardoor het glas misschien kan barsten of het oppervlak waarop je de kaars hebt gezet, beschadigd wordt. 

 

Tip 4: Het lontje

Bij het aansteken van een geurkaars is het belangrijk dat het lontje niet al te lang is. Een te lang lontje kan ervoor zorgen dat je kaars te snel te warm wordt in het midden, waardoor het kaarsvet aan de zijkant van de kaars geen tijd heeft om te smelten. Dit kan zorgen ’tunnels’ in de hand werken (zie ook tip 1). Knip het lontje dus altijd wanneer deze te lang is, voordat je de kaars aansteekt. Als je een lengte van ongeveer een halve centimeter aanhoudt, dan is de kans het grootst dat de kaars mooi opbrandt en er geen aanslag van de rook op het glas terecht komt.

Bron: 123verbouwen.nl

Back to Top